Droge reiniging en conservatie

In het atelier worden de verschillende maldelen ontstoft. Hiervoor krijgen we hulp van masterstudente conservatie-restauratie Rani De Vos van de Universiteit Antwerpen. Ieder stuk wordt grondig gestofzuigd en droog gereinigd met speciale sponzen, die verkruimelen bij contact met het oppervlak. Op deze manier vermijden we dat het vuil in de poriën van het gips wordt geduwd.

Nadien wordt ieder stuk gelabeld en geïnventariseerd. Zo weten we dat de mal van De Zaaier uit meer dan 60 delen moet hebben bestaan! Dit soort mal wordt dan ook gepast een ‘stukmal’ genoemd. Met behulp van positieve of negatieve sleutels passen de delen in elkaar zoals een gigantische puzzel. Vooraleer de siliconenmal geïntroduceerd werd, was deze manier van mouleren de meest courante methode om meerdere afgietsels van één beeld te maken.

Voor het maken van de mallen en het gieten van deze grote beelden heeft Permeke zeker hulp gehad. Het verhaal ging de ronde dat hij werd bijgestaan door een bevriende boer, maar zelf schrijft hij in brieven over professionele mouleurs en weten we ook dat later ook zijn schoonzoon, kunstenaar Pierre Devos, mee hielp in zijn atelier.